Korte gebruiksaanwijzing bij de Nikon Super Coolscan 5000 ED

Inleiding:

Op verzoek van het bestuur PCGG heb ik getracht van deze zeer professionele scanner een handleiding te maken waar een volledige buitenstaander een beetje houvast aan heeft.

Natuurlijk zijn de bijbehorende gebruikershandleidingen niet overbodig, verre van dat.

Mijn ervaring met deze scanner is: alles werkt zo als het moet, het is een betrouwbaar product.

Omdat er zoveel mogelijkheden zijn in dit apparaat heb ik mij beperkt tot de meest essentiële die men nodig heeft om van een goed belichte dia een scan te maken. Deze kunnen dan in batch processing met dezelfde instellingen gescand worden.

De probleem dia’s, te donker, te licht, kleurzweem, beschadigingen en wat dies meer zij, vragen meer aandacht en moeten één voor één gescand worden met ingeschakelde verbetergereedschappen.

Ik heb naast een heleboel proeven (enkel scan) één batch van 24 dia’s gescand. Het is een lust voor het oog, tevreden grommend worden alle dia’s zonder mankeren in - en uitgevoerd.

Met mijn computerconfiguratie, Windows XP, processorsnelheid 1,9gigaherz, 512 MB RAM geheugen, USB 2.0 duurde het scannen van 20 dia’s 33 minuten met gebruikmaking van autofocus, auto exposure en ICE. Zonder ICE is de scantijd 1/3 korter.

Voordat u begint.

Realiseer u dat u een professionele kleinbeeldscanner in huis hebt die samen met de Nikon Scan software een uitstekend beeld geeft.

Als de hoogste kwaliteit wordt gekozen is een scan van boven de 150 Mb (zonder interpolatie) echter geen uitzondering.

Om een beetje vlot te werken hebt u een CPU 330 MHz of hoger nodig met een RAM geheugen van 0,5 Gb of hoger en een snelle verbinding (USB 2.0 poort) voor de gegevensoverdracht.

Ruimte op de harde schijf is een must, 200Mb of meer wordt aanbevolen met een mogelijk extra 200 Mb als Nikon Scan draait.

Belangrijkste eigenschappen van het apparaat:

  • De Scan Image Enhancer past een automatische correctie toe voor een optimale beeldweergave.
  • Digital ICE detecteert en analyseert krassen en stof en werkt ze automatisch weg.
  • Digital ROC herstelt verbleekte kleuren.
  • Digital GEM verdoezelt automatisch de korrel van de film, waardoor opnamen op hooggevoelige films er gaver uitzien.
  • Digital DEE heldert details in de schaduw van tegenlichtopnamen en onderbelichte opnamen op en verhoogt het contrast in ‘uitgebleekte’ partijen van hoge lichten, om natuurlijk ogende resultaten te krijgen.

Het zal duidelijk zijn dat elk van de bovengenoemde eigenschappen tijd kost, het zal de scantijd dan ook behoorlijk verlengen.

Beter is met een zo goed mogelijke origineel te beginnen. Kleine schoonheidfoutjes kunnen dan gemakkelijk in een beeldbewerkingprogramma verbeterd worden. Het is wel zinvol om enigszins met de eigenschappen vertrouwd te raken om ze te kunnen gebruiken als het nodig is. U zult onder indruk komen van de mogelijkheden.

Start

Controleer of alles in de koffer zit. Gebruik hiervoor de snelhandleiding op formaat A1.

Gebruik dit blad(en) ook voor de aansluiting van het apparaat en de installatie van software. Van de meegeleverde programma’s is alleen de cd Nikon Scan nodig. De Nikon Scan naslaggids is reeds afgedrukt en zit ook in de koffer. De eveneens in de koffer toegevoegde gebruikshandleiding geeft gedetailleerde informatie.

Besluit wat u wilt gebruiken, de dia-adapter, de filmstrookadapter of de dia-feeder adapter.

Opmerking: als u het apparaat uit de koffer haalt is de dia-adapter reeds gemonteerd.

Het is verstandig voordat het grote werk begint de gebruikshandleiding, zie blad 23 t/m 38, te lezen. De informatie in de Nikon Scan 4 Naslaggids leent zich uitstekend om eigen te worden met de basishandelingen van het scannen.

  1. Zet de scanner aan, wacht tot de status-LED niet meer knippert.
  2. Start het programma Nikon Scan.
  3. Voer een dia of filmstrip in. (zie ook blad 29 van de Gebruikshandleiding)
  4. Kies het filmtype en de kleurinstelling. (blz. 30 Gebruikshandleiding)
  5. Maak een previewscan
  6. Open het ‘Lay-out Tools’ palet en selecteer de uitsnede-tool.
  7. Sleep met de muis over het beeld in het previewveld om een uitsnede te maken.
  8. Open het menu ‘Crop’ en geef de gewenste grootte (na het scannen) op van de uitsnede
  9. Kies de gewenste eenheid voor de resolutie en voer de gewenste waarde in.
  10. Klik op de scan knop. Als het scannen voltooid is staat het beeld in een apart venster.
  11. U kunt dit beeld via het File-menu opslaan.

Dit was het één op één scannen van een dia. U kunt als wilt beeldverbetering toepassen. Nikon Scan 4 heeft een heel scala van mogelijkheden.

Realiseer u wel dat elke ingeschakelde verbeteringsoptie het scanproces verlengt.

Nu de praktijk.

Om te beginnen is het niet nodig om al die instellingen te gaan proberen. Voert u met Nikon Cool Scan een normale standaard scan uit, dan krijgt u bij 90% van de beelden met de standaardinstellingen een uitstekende resultaat. Een onderbelicht beeld wordt ook met de standaard instellingen te donker. Maar de beeldkwaliteit is goed. Zo’n beeld laat zich òf direct met het scanprogramma òf met een beeldbewerkingprogramma gemakkelijk helderder maken. Diverse instellingen, die men met de scansoftware kan uitvoeren, laten zich achteraf met een goed beeldbewerkingprogramma ook uitvoeren.

Eén uitzondering daargelaten: het stof en krassen correctie programma ICE. Dat werkt bij Nikon 5000 uitstekend, beter dan in een beeldbewerkingprogramma.

Gaan we nu naar de belangrijkste instellingen: te weten scan resolutie en de afmeting van de output. Samen bepalen die instellingen de bestandsgrootte. Die moet u voor het scannen instellen, uiteraard naast de instellingen voor filmtype en kleur. We starten de scanner en het programma Nikon Scan waarna we een preview maken.

Nu moet u zich eerst gaan beraden wat u eigenlijk wilt met het resultaat. Wilt u al uw dia’s in een fotoalbumprogramma onderbrengen en op de monitor bekijken, of wilt u afdrukken maken/laten maken op bijvoorbeeld A4 formaat.

De eindbestemming is bepalend voor de instelling van de afmeting en de scanresolutie.

Stel we willen een afdruk op A4 formaat 20x29 cm. De vereiste resolutie is dan 300 dpi

We openen het ‘Tool Palette 1’ menu en vervolgens klikken we op ‘Crop’. We maken een uitsnede. (blz 36 van de Naslaggids)

Bij mijn dia’s heb ik gekozen voor het hele beeld. In een beeldbewerkingprogramma maak ik wel een passende uitsnede naast andere verbeteringen

Daarna stellen we de outputwaarden op 20x29 cm. De scanresolutie zetten we op 300 ppi. [1] Afhankelijk van de het oppervlak wordt nu de bestandsgrootte bepaald, dus het aantal benodigde pixels. Bij een A4 formaat ligt dat in de buurt van 23 Mb’s in TIFF[2].

Als u ‘Keep this Output Size’ selecteert worden de maten die bij output staan gehandhaafd ook als u de uitsnede verandert.

Wilt u hele stapels dia’s scannen en u heeft nog geen eind bestemming voor ogen, stel dan de resolutie op 300 en de output 22,7x15cm. Deze maat geeft een schermvullend beeld.

We sluiten de slide feeder aan volgens de richtlijnen in het bijbehorende boekje.

Vervolgens openen we het menu voorkeuren. Die zit onder de ‘Prefs’. Open nu het ‘File Location’venster. (blz. 77 van de Naslaggids)

Hier kunt u een andere locatie kiezen voor de tijdelijke opslag van de scandata. Open nu het venster ‘Batch Scan’. Vink hier in elk geval ‘Auto Focus’, ‘Auto exposure for positive film’ en ‘Save to disk‘ aan. In de categorie ‘File Saving’ kunt u een ander bestandsformaat kiezen waarin de beelden worden bewaard. TIFF is standaard ingeschakeld, beter is om dat nu nog niet te veranderen.

Reden: beelden in tiff kunt u zonder verlies van pixels in een beeldbewerkingprogramma bewerken. Als alles naar wens is kunt u de beelden wegschrijven in bij voorbeeld ‘JPEG’ formaat.

De ‘Scan Bit Depth’, het aantal scangangen en het aantal te scannen dia’s moet nog ingesteld worden. (zie blz.71 Naslaggids).

Ik heb gekozen voor één scangang (meerdere scangangen verhogen de scantijd behoorlijk). Een scanbitdiepte van 8 is voldoende, sterker nog, mijn beeldbewerkingprogramma kon 16 bit diep niet aan.

Let op: het aantal te scannen dia’s moet bij elke nieuwe vulling van de hopper opnieuw ingevoerd worden.

Met deze basisinstellingen ervaart u de kracht van deze Nikon Super Cool Scan 5000 in combinatie met Slide Feeder SF-210.



Walter Vreeman
Gepensioneerde medewerker van Signaal.


[1] Dots per inch, dpi, is een maat voor het scannen en voor het printen. Pixels per inch, ppi, is een maat voor een digitaal beeldbestand in de computer. Helaas worden deze begrippen vaak verkeerd gebruikt, zo ook hier.

[2] TIFF, Tagged Image File Format is het formaat waarin Nikon Scan zijn bestanden levert. Vrijwel in alle beeldverwerkende programma’s kan Tiff worden geïmporteerd.